J zegt tegen Marieke: als ik groot ben mag ik koffie. Waarop Marieke zegt, dat ze koffie niet lekker vind. J zegt: dan moet jij ook nog groot worden, net als ik. ??
J zegt tegen Marieke: als ik groot ben mag ik koffie. Waarop Marieke zegt, dat ze koffie niet lekker vind. J zegt: dan moet jij ook nog groot worden, net als ik. ??